Bruggen
Eén manier om eilanden met elkaar te verbinden, is door bruggen te bouwen. Bij bruggen staan de resultaten van het leren centraal. Deze worden geéxpliciteerd, waardoor anderen ervan kunnen meeprofiteren of erop verder kunnen bouwen. De drie bruggen (uitwerken, uitbreiden en uitdragen) kunnen in twee richtingen doorlopen worden. Het eilandenmodel is dan ook expliciet geen cyclisch model.
Uitwerken: de brug tussen praktiseren en onderzoeken
De brug tussen praktiseren en leren wordt gevormd door ‘uitwerken’. Daarbij gaat het om het expliciteren van leerervaringen die zijn opgedaan in het dagelijkse werk. Dit is dus een manier van leren waarbij het juist eerder draait om afstand nemen en overzien, dan toepassen. Dit ‘uitwerken’ is ook een leerproces met een eigen waarde. Hier worden puntjes op de i gezet, maar wordt ook de overdraagbaarheid van die ervaringen bevorderd. Impliciete ervaringen laten zich immers moeilijk tot niet overdragen.
Kernzin:
- Leren door expliciteren van praktijk en/of onderzoekskennis.
Typeringen en voorbeelden:
- Verbinden in taal
- Expliciteren van en reflecteren op praktijkkennis t.b.v. onderzoek
- Expliciteren van en reflecteren op onderzoekskennis t.b.v. de praktijk (transfer)
- Coachingsgesprekken
- Intervisie
- Ontwikkelingsgesprekken
Hulpvragen bij het bepalen van de sterkte van deze brug van praktiseren naar onderzoeken:
- Hoe vaak wordt er nagedacht over hoe dingen lopen? Bijvoorbeeld naar aanleiding van veranderingen die al dan niet werken, onverwachte gebeurtenissen. Of doordat een klus is afgerond en men zich afvraagt wat deze heeft gebracht. Hoe vaak wordt er gepraat over verklaringen voor successen en mislukkingen of over toevallig gelukte onverwachte handelingen?
- Hoe vaak wisselen organisatieleden met elkaar ideeën uit? Denk bijvoorbeeld aan uitwisseling van ervaringen en manieren van werken, alternatieve oplossingsmogelijkheden voor een probleem. Of aan onderlinge regels, verschillen, verwachtingen, normen en waarden.
- Hoe vaak vormt men zich hypothesen? Hoor je bijvoorbeeld wel eens: als we dit zouden doen, zou dat beter gaan, of als we dit zouden kunnen, weten, dan…, of als we dit probleem op deze manier zouden verklaren dan…? En hoeveel ruimte is er voor die verkenningen of om verschillende opties naast elkaar te zetten?
Hulpvragen bij het bepalen van de sterkte van deze brug van onderzoeken naar praktiseren:
- Hoe vaak wordt stilgestaan bij de vraag of nieuwe inzichten die zijn opgedaan daadwerkelijk iets kunnen veranderen aan het werk en hoe dan? Denk bijvoorbeeld aan het bewust maken van keuzes wat te gebruiken uit een onderzoek, opleiding of nieuw inzicht en waarom en hoe? Wordt er ook bewust gekozen om dingen te laten liggen, conclusies uit een onderzoek niet om te zetten in daden, nieuwe trends niet te volgen en zo nee, waarom niet?
- Hoe vaak besluit men bewust wat en waarom nieuwe inzichten te delen met anderen? Denk bijvoorbeeld aan discussies over nieuwe inzichten en de praktische implicaties ervan. Wordt er nagegaan wat anderen ervan denken, wat reacties en reflecties zijn?
- Hoe vaak komt het voor dat opgedane inzichten expliciet worden besproken? Denk bijvoorbeeld aan het met elkaar bespreken van nieuwe inzichten uit conferenties of onderzoek of het met de leidinggevende bespreken van inzichten uit een opleiding.

Uitbreiden: de brug tussen onderzoeken en creëren
Het raakvlak tussen onderzoeken en creëren heeft te maken met uitbreiden dat vraagt om een oriëntatie op later gebruik; voor wie of wat ga je nu eigenlijk iets maken? Het scherp stellen van die keuzes verbetert de uiteindelijke bijdrage aan de praktijk. Uitbreiden gaat om alle activiteiten die je onderneemt die ervoor zorgen dat er enerzijds echt iets gaat gebeuren met nieuwe kennis en inzichten, en dat er anderzijds een kritische blik blijft bestaan op nieuwe diensten of producten.
Kernzin:
- Expliciteren van mogelijke toepassingen en kritisch volgen van totstandkoming van nieuwe kennis en van nieuwe producten of diensten.
Typeringen en voorbeelden:
- Verbinden in taal
- Expliciteren van en reflecteren op ondernemerskansen
- Expliciteren van en reflecteren op onderzoeksvragen
- Verkenningen van toepassing nav nieuwe ontwikkelingen
- Tussentijdse reflecties op productontwikkeling
Hulpvragen bij het bepalen van de sterkte van de brug van onderzoeken naar creëren:
- Hoe vaak worden kansen gesignaleerd om een nieuw product of een nieuwe dienst neer te zetten? Ga eens na of dat voor specifieke markten en klanten geldt, of algemeen is. Wordt er nagedacht over wat mensen nodig hebben, over de randvoorwaarden en dergelijke, en wat uniek is (unique selling points)?
- Hoe vaak ontstaat het idee om nieuwe inzichten door te vertalen naar nieuwe producten of diensten? Is er bijvoorbeeld gedrevenheid door een inhoudelijke visie of een beeld van de toekomst, door gedrevenheid of ambitie?
- Hoe vaak zijn er gesprekken over de mogelijkheid iets nieuws te ondernemen? Worden er gesprekken gevoerd om samen nieuwe producten of diensten op de markt te zetten, om samen een nieuwe onderneming te beginnen, om samen te experimenteren op basis van een nieuw inzicht?
Hulpvragen bij het bepalen van de sterkte van de brug van creëren naar onderzoeken:
- Hoe vaak leidt productontwikkeling tot nieuwe vragen? Doordat een product bijvoorbeeld kan worden uitgebreid naar nieuwe doelgroepen, nieuwe markten, of naar aanpalende vraagstukken? Komen er vragen op over de werking van een nieuw product?
- Hoe vaak leidt het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten tot netwerken? Ontstaat er bijvoorbeeld de behoefte kennis te delen en samen te werken aan verdere ontwikkeling, of de behoefte aan ervaringen uit een andere praktijk, of de behoefte aan reflectie en feedback?
- Hoe vaak leiden ontwikkelde producten en nieuwe manieren van werken tot vragen ter verklaring? Denk daarbij aan vragen als: waarom werkt het? Bij wie werkt het? Wat werkt er precies?
Uitdragen: de brug tussen creëren en praktiseren
‘The proof of the pudding is in the eating.’ De brug tussen creëren en praktiseren heeft te maken met het realiseren van een innovatie in de praktijk. Hoe krijgt iets ook daadwerkelijk zijn beslag? Hoe wordt de creatie daadwerkelijk een innovatie? Daarbij komen processen kijken als het verleiden, het koesteren, het strategisch handelen tijdens de implementatie. Men leert van uitdragen doordat men op scherp wordt gesteld, voelt waar inzichten nog een stap moeten worden aangescherpt.
Kernzin:
- Expliciteren van praktijkkennis ten behoeve van nieuwe producten en hun implementatie.
Typeringen en voorbeelden:
- Verbinden in taal
- Expliciteren van en reflecteren op gewenste producten en diensten
- Expliciteren van en reflecteren op toepassingsmogelijkheden
- Initiatiefgesprekken tot produktontwikkeling
- Reflectiegesprekken op nieuwe methoden, technieken, materialen
- Interne communicatie over nieuwe ontwikkelingen
Hulpvragen bij het bepalen van de sterkte van de brug van creëren naar praktiseren:
- Hoe vaak worden nieuwe producten, diensten, werkwijzen bewust gekoesterd? Denk bijvoorbeeld aan ze de kans geven om te bestaan, te groeien, ze ‘uit de storm houden’, ervoor zorgen dat ze niet te snel van tafel verdwijnen, dat mensen de achtergronden begrijpen. En hoe ziet dat koesteren er dan uit?
- Hoe vaak worden mensen verleid om nieuwe producten of diensten te gaan gebruiken? Door ze uit te proberen, door gezamenlijke activiteiten te organiseren waarin ze een rol spelen, door collega’s die een presentatie geven, erover vertellen of hulp aanbieden.
- Hoe vaak zijn er gesprekken over implementatie? Dat kunnen gesprekken zijn om te overtuigen, om draagvlak te creëren, om tolerantie voor fouten te verkrijgen.
Hulpvragen bij het bepalen van de sterkte van de brug van praktiseren naar creëren
- Hoe vaak leidt het implementeren van iets nieuws tot bijstellingen? Doordat bijvoorbeeld reflecties van collega’s worden teruggekoppeld. Dat kan zijn omdat iets niet werkt, te omslachtig is, of juist te kort door de bocht, of als blijkt dat mensen op een verkeerd been worden gezet.
- Hoe vaak ontstaat in de praktijk de behoefte aan verandering? Denk aan de behoefte aan een andere werkwijze, een ander instrument of hulpmiddel.
- Hoe vaak ontstaat in de praktijk een idee voor een nieuw product?