Doorzien
Leren vanuit intuïtie
Doorzien kenmerkt zich door de combinatie van een setting met een hoge mate aan complexiteit en de noodzaak binnen die complexiteit direct te handelen. Het gaat daarbij om het samenspel tussen buik (gevoel) en hoofd (denken), tussen intuïtie geïnternaliseerde ervaringen) en interpretatie.
Bij doorzien zijn gevoelens, “gut-feelings” en emoties belangrijke informatiebronnen. Deze opmerken, serieus nemen en benutten om te komen tot een keuze of oplossing van een vraagstuk, en andersom checken of de gekozen oplossing goed past bij je intuïtie, daar gaat het om. Als er te veel (moeilijk benoembare) informatie is, te veel signalen, te veel variabelen om alles cognitief op een rij te krijgen, is het leren bijna associatief en holistisch. Op het moment zelf kun je je keuze niet uitleggen of verantwoorden. Als je gevraagd wordt je keuze uit te leggen vul je de ontbrekende onderdelen in en ontstaat er een geheel. Dit expliciteren biedt kansen om feedback te vragen.
Bruikbare intuïties ontstaan op die terreinen waar je over veel kennis beschikt. Je kunt vanuit aanwezige opgeslagen en direct toegankelijke ervaringen en kennis, razendsnel patronen herkennen, schakelen, beslissen. Voor anderen ben je soms lastig te volgen in je denken, in het moment wat moeilijk benaderbaar. Toch ben je geen einzelgänger. Je vergaart informatie niet door actieve interactie met mensen, maar de interactie tussen mensen om je heen is wel cruciaal.