Zee

De zee biedt ruimte, is onbekend terrein. ‘Leren’ op zee is het ‘niet weten’ accepteren en erin ronddwalen. Het kan ontstaan doordat vaste ankers worden weggeslagen, door fundamentele vraagstukken of veranderingen in organisatie of vak. We spreken dan over ’transformatie’. Transformatief leren draait om verandering van perspectief, fundamentele verandering in de manier waarop mensen naar de wereld kijken. Deze manier van leren is fundamenteel in de zin dat er niet alleen iets wordt toegevoegd in kennis, inzicht of vaardigheid, maar dat het mensen vormt.

Kernzin:

  • Leren in grote uitdagingen waarbij het onderscheid tussen praktiseren, onderzoeken en creëren wegvalt.

Typeringen en voorbeelden:

  • In verwarring zijn
  • Weten dat het huidige niet werkt, maar niet weten wat wel werkt
  • Niet voldoende informatie hebben om te komen tot een plan van aanpak
  • Het idee dat alles op z’n kop staat, dat er aan de fundamenten wordt gerammeld
  • Tolereren van onvermogen
  • Onderzoeken waar bestaande opvattingen, waarden, normen in de weg staan
  • Inzichten laten ontstaan

Hulpvragen bij het bepalen van de kracht van de zee:

Er is hier sprake van twee soorten vragen. De vragen naar de noodzaak tot transformatie en de vragen naar de mate waarin de zee ruimte is en we de zee ruimte laten. Noodzaak en tolerantie voor het transformatieve leren. Deze vragen zijn van een andere orde dan het in kaart brengen van de omvang van de andere topografische elementen.

  • Hoe diep reikt de gewenste verandering? Betreft het alleen kennis? Of ook de manier waarop de betreffende professionals in het vak staan – anderen benaderen wie het voor het zeggen heeft rollen en verantwoordelijkheden?
  • Hoe helder is ‘het nieuwe’? Is er een denkrichting of een stappenplan? En hoe stevig is dat stappenplan dan? Is dat gebaseerd op feiten of gedachten? (met andere woorden is het een zoeken naar houvast of bestaat er ook daadwerkelijk houvast?)
  • Hoeveel noodzaak is er om een grote omslag te maken? Denk aan grote veranderingen in de omgeving (bijvoorbeeld de omslag in de zorgsector), een totale kanteling van de organisatie of grootscheepse reorganisatie die gericht is op een andere manier van werken, een andere werkverdeling en dergelijke, of een grote gebeurtenis in de organisatie (een ongeluk, dreigend faillissement,…).
  • Hoeveel tolerantie is er voor het niet-weten? Denk aan niet concreet de uitkomst weten, alsmede de planning en de processtappen.
  • Hoeveel ruimte wordt er geboden om onderzoek, creatie en praktijk gelijk op te laten lopen? De vraag die hieronder ligt is eigenlijk een vraag naar hoe diep de notie is dat het oude niet meer werkt en er geen duidelijkheid is over het nieuwe. Wordt er toch getracht iets van zekerheid te zoeken, oude werkwijzen toe te passen op nieuwe vraagstukken? Of lukt het om totaal in het experiment te stappen en samen op reis te gaan?