Kunst afkijken
Leren hoeft niet altijd in een veilige omgeving
Leren wordt vaak geassocieerd met rust en veiligheid. Kunst afkijken floreert echter onder spanning. Voor de lerenden van deze metafoor is de dagelijkse praktijk de beste leeromgeving: die is hectisch, onvoorspelbaar en constant in beweging. Zij krijgen het leren niet graag aangereikt (praten over leren wordt ervaren als een omweg), ze zoeken liever zelf de situaties op waar zij iets van leren. Dat zijn dan overwegend succesvolle collega’s of praktijken, waar ze scherp observeren en de kern overnemen om toe te passen in het eigen werk.
Onder deze leervoorkeur ligt dan ook de kwaliteit van het scherp analyseren wat wel en niet tot succes leidt, wat wel en niet bruikbaar is in de eigen praktijk. Meeliften is voor hen geen manier om het leren (of werk) te omzeilen, maar juist om verder te komen. Je laat liggen wat je al weet of niet nodig hebt, neemt over wat al bedacht is en stapt meteen door naar de “complexe situatie”.
Deze lerenden raken zeker niet gemotiveerd door een spel- of oefensituatie. Ze hebben last van de vereenvoudiging die hier onderdeel van is, evenals het “nabootsen”. In de echte wereld ziet het er dan altijd weer anders uit. Ze leren dus het liefst in de échte wereld (in plaats van de leerwereld) waar ze worden uitgedaagd om in een grote complexiteit dingen voor elkaar te krijgen. Dat betekent dat de uitdaging er ook in ligt om fouten te voorkomen of om van een nadeel een voordeel te maken.